voor de bakker komen 1.0
in orde komen; voor elkaar komen; geregeld worden
Algemene voorbeelden
Vader: Zoon, ik onterf je als je voor het jaar 2000 geen keuze hebt gemaakt. Jacques: Chinese jaartelling? Vader boos: Vóór 2000 na Christus. Geen dag later of anders ...! Patrick: Of anders wat? Vader nog bozer: Dan wordt-ie onterfd! Patrick: Oh, dat. Jacques: Dat komt voor de bakker.
'Willen jullie dingen overnemen waar wij geen plaats voor hebben?' 'Komt voor de bakker', zei Rune en Anna moest lachen. 'Ze horen immers bij dit huis.'
Je hoeft geen kennis te hebben van websites en dergelijke. Lever je spullen gewoon via de mail aan en het komt voor de bakker.